Telecommunicatie

Een gehele of zelfs maar gedeeltelijke uitval van vitale spraak, internet- of datadiensten: het zijn voorstelbare risico’s met grote economische en maatschappelijke gevolgen.

Om de bedreiging van deze publieke belangen te voorkomen toetst Bureau Toetsing Investeringen daarom investeringen in de telecomsector.

Aanleiding

De aanleiding om in te kunnen grijpen bij overnames in telecommunicatiepartijen is gelegen in de schuivende economische machtsverhoudingen in de wereld.

Deze schuivende verhoudingen maken, zo stelt de toelichting, dat het niet langer vanzelf-sprekend is dat investeringen in de Nederlandse telecommunicatiesector (enkel) zijn ingegeven door bedrijfseconomische gronden.

Niet uitgesloten kan worden dat investeringen en overnames in de Nederlandse telecommunicatiesector (mede) zijn ingegeven door geopolitieke motieven.

Een (buitenlandse) derde partij zou zijn zeggenschap in een Nederlandse telecommunicatiepartij als politiek instrument kunnen gebruiken om druk uit te oefenen op de Nederlandse overheid.

Daarbij zijn twee afzonderlijke risico’s te onderkennen die samenhangen met de vitale functies die partijen in de telecommunicatiesector vervullen.

  1. Het risico dat een partij de vitale functies van het bedrijf (doelbewust) laat uitvallen of daarmee zal dreigen.
  2. Het risico dat een partij inbreuk maakt op de vertrou-welijkheid en continuïteit van specifieke communicatiediensten, zoals die

Welke meldingsverplichtingen bevat de Telecommunicatiewet?

Op basis van de Telecommunicatiewet moet iedere wijziging in de overwegende zeggenschap in onderstaande gevallen worden gemeld. Het gaat om een onderneming die:

  1. een internettoegangsdienst of telefoondienst aanbiedt aan meer dan 100.000 eindgebruikers in Nederland, waarbij met betrekking tot:
    1. de vaste internettoegangs- of telefoondienst, met uitzondering van de vaste internettoegangsdienst aan zakelijke eindgebruikers, wordt uitgegaan van 2 eindgebruikers per aansluiting,
    2. de vaste internettoegangsdienst aan zakelijke gebruikers wordt uitgegaan van 8 eindgebruikers per aansluiting,
    3. de mobiele internettoegangsdienst wordt uitgegaan van 1 eindgebruiker per aansluiting,
  2. een elektronisch communicatienetwerk aanbiedt waarover aan meer dan 100.000 eindgebruikers in Nederland internettoegangsdiensten of telefoondiensten worden aangeboden,
  3. een internetknooppunt aanbiedt waarop meer dan 300 autonome systemen zijn aangesloten,
  4. datacenterdiensten aanbiedt met een stroomcapaciteit van meer dan 50 MW,
  5. hostingdiensten aanbiedt ten behoeve van meer dan 400.000 .nl-domeinnamen,
  6. een gekwalificeerde vertrouwensdienst aanbiedt,
  7. een elektronische communicatiedienst of elektronisch communicatienetwerk, datacenterdienst of vertrouwensdienst aanbiedt aan de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, het Ministerie van Defensie, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid of de Nationale Politie, of
  8. indien de drempelwaarden, bedoeld in de onderdelen 1, 2, 3, 4, of 5 niet worden bereikt, een combinatie van diensten als bedoeld in die onderdelen aanbiedt, die bij elkaar optellen tot een drempelwaarde van 1 of hoger, waarbij voor de berekening van de drempelwaarde
    1. het aantal eindgebruikers waaraan een internettoegangsdienst of telefoondienst zowel direct als indirect via diens elektronisch communicatienetwerk wordt aangeboden, wordt gedeeld door 100.000,
    2. het aantal autonome systemen dat is aangesloten op een internetknooppunt wordt gedeeld door 300,
    3. het jaarlijks verbruik van de datacenters wordt gedeeld door 40, en
    4. het aantal .nl-domeinnamen ten behoeve waarvan hostingdiensten worden aangeboden wordt gedeeld door 400.000.

Op grond van een bedreiging van het publiek belang kan een investering in telecommunicatiepartij verboden worden of een verbod onder opschortende voorwaarden worden opgelegd.

Waaraan wordt een melding getoetst?

Aan de hand van de melding wordt gekeken of er sprake is van omstandigheden die maken dat de investering door de verkrijger of houder kan leiden tot een bedreiging van het publiek belang.

De omstandigheden betreffende de verkrijger of houder hebben allen betrekking op het voorkomen van de situatie waarin de Nederlandse regering onder druk gezet kan worden doordat een ongewenst persoon kan dreigen met misbruik of uitval van de telecommunicatiepartijen waarin hij overwegende zeggenschap heeft.

De wet noemt verschillende gronden waaraan de minister toetst. 

  • Identiteit van de verkrijger of houder
    • Of de verkrijger of houder is aangemerkt als ongewenst persoon.
    • Of het bekend is of vermoeden bestaat dat hij de intentie heeft een telecommunicatiepartij te beïnvloeden om misbruik of opzettelijke uitval mogelijk te maken.
    • Of hij nauwe banden heeft met een staat, entiteit of persoon waarvan bekend is of vermoeden bestaat dat die de intentie heeft een telecommunicatiepartij te beïnvloeden om misbruik of opzettelijke uitval mogelijk te maken
    • Of de identiteit überhaupt kan worden vastgesteld.
  • Staat van dienst van de verkrijger of houder.
  • De mate van medewerkering aan het onderzoek door de verkrijger of houder.